Geiten en ik

Ik stond net in een park tot rust te komen in de natuur. Ik liep rustig richting een wei met geiten. Ik wilde kijken of ik hen kon benaderen. Kijken of ze wilden worden benaderd. Of ze contact met me wilden, een streling of wat dan ook. De moedergeit keek me aan.

Plots vroeg ik me af; Wat denkt zo’n dier? Wat voelt het? Wat beleeft het? Wat gaat er doorheen? Wil het contact? Kent het hartstochten, liefde? Heeft het verlangens? Verlangens zoals wij mensen hebben?

De moedergeit bleef me aankijken. De kleintjes bewogen wat en keken mee in dezelfde richting.

We zetten ze op een wei te kijk voor iedereen. “Ze hebben gras” zeggen we. “Ze hebben ruimte” zeggen we. “ Ze staan buiten in open lucht en kunnen binnen bij slecht weer” zeggen we. “ Elke dag staat er eten voor hen klaar”

Is dit wat een dier wil? Is dit alles? Of willen ze juist niets?  Missen ze dan iets of niets? Of willen ze iets waar we tot op heden het bestaan niet van kunnen vermoeden? Iets wat het menselijke verstand niet kan vatten en hoor ik daarom naar deze geiten te kijken, zoals moedergeit naar mij?

Wetenschappers ontleden hun lichaam en hun gedrag. Geen enkele wetenschapper beantwoordt deze vraag. Anderen kennen hen menselijke gevoelens toe en beantwoorden evenmin deze vraag.

Tranen komen me in de ogen.