Culturen en arbeidsethos

 

20 jaar geleden reisde ik af naar het westen van Oekraïne. We reisden drie dagen over de grond naar dit Oost-Europese land.  We zagen de Duitse brede  autostrades in het Poolse land veranderen in tweevaksbanen.  We reden urenlang door een heel landelijke omgeving. We zagen Poolse akkerlanden branden. Poolse boeren staken dit land kunstmatig in brand. We logeerden in een Poolse grootstad. Al bij al hing hier nog de sfeer van een westers land. Toen kwamen we tegen de valavond aan de douane. Eerst een Poolse douane en dan schuiven door een stuk niemandsland tot aan de Oekraïense douane.  Overal bevonden zich soldaten met machinegeweren. Daar dienden we uit te stappen en ons individueel naar een hokje te begeven waarin een jonge  dame typte op een oude mechanische typemachine. Na een tweetal uren konden we de douane verlaten en reden we op een smalle hobbelige baan door  Oekraïense land.  Het was inmiddels donker geworden. We bevonden ons in een klein dorp of stadje. De inwoners liepen door de straten. Het viel op hoe op enkele meters van de Poolse grens de inwoners op één of andere manier exotisch oogden. We lieten West-Europa achter ons en reden door een heel andere wereld. Het voelde bijzonder betoverend aan.

Een kamp in Oekraïne

  Ik ondernam deze drie dagen durende rit  om me te engageren in een plaatselijk kamp voor kinderen met een mentale handicap.  We werkten er samen met plaatselijke monitoren. Opgeleid als monitor voor Belgische kampen, smeet ik me vol energie in een druk kampprogramma. Ik raadpleegde mijn boekje gevuld met meerdere spelletjes. Spelletjes bedoeld om de kinderen een druk gevuld kampprogramma te bezorgen. De plaatselijke monitoren keken me vriendelijk, bijna meelijwekkend  aan. Heel snel besefte ik dat ik dit kamp zou moeten voltooien in een heel ander ritme. Een ritme waarin structuur, discipline, gezag, religie en zelfs hygiëne anders worden bekeken.  Ik bevond me in een omgeving waarin religie een bijzonder belangrijke rol speelde in het dagelijkse leven van deze mensen. Een ritme dat trager is dan wat wijzelf in onze contreien gewoon zijn. Dagelijkse Eucharistie vieren, maar niet dagelijks douchen. Terloops merk ik op dat ik zelf ook niet dagelijks douche.  Ik refereer hier naar mijn schrijfsels rond corona, immuniteit en hygiëne.  Het kamp was een bijzonder liefdevolle ervaring, maar zo anders dan wat we hier in Vlaanderen gewoon zijn. Op mijn voorlaatste dag aanschouwde ik een verhitte discussie tussen Belgische monitoren en de Oekraïense. Ik dacht toen bij mezelf dat dit misschien de manier was waarop oorlogen ontstaan. Vandaag twintig jaar later is dit helaas een bittere en tragische waarheid. 

Een kleine geschiedenis van het westerse arbeidsethos

Ik leerde hier een bijzonder belangrijke les die in mijn toekomstige professionele leven een enorm belangrijke rol zou spelen. De manier waarop we in West-Europa tegenover discipline, structuur en arbeid kijken verschilt fundamenteel  van deze in andere delen van de wereld. We hebben zelf in West-Europa (en bij gevolg ook in grote delen van  Noord-Amerika en van Oceanië) een eeuwenlange geschiedenis achter de rug van disciplinering en het ontstaan van ons moderne arbeidsethos. We kenden dit gegeven niet in onze Middeleeuwen. Men leefde op het ritme van de seizoenen in plaats van dat van strikte  mechanische klokken. Men kende een hele reeks feestdagen en zag arbeid eerder als een noodzakelijk kwaad. Vermoedelijk sliepen we zelfs anders. Er zijn wetenschappers die denken dat men in twee blokken sliep met enkele uren van waken tijdens de nacht. Dit alles veranderde langzaam doorheen de Nieuwe tijd. Er ontstonden fabrieken die enkel draaiden als iedereen tezelfdertijd start, pauzeert en weer vertrekt. Tijd wordt mechanisch en exact. Structuur en discipline zijn noodzakelijk om alles functioneel te houden. Lange uren  zijn onontbeerlijk om de winst te maximaliseren. Het steeds maar optimaliseren van verlichting zorgt ervoor dat men niet meer moet stoppen bij zonsondergang. De weg wordt geëffend voor ploegensystemen die fabrieken dag en nacht laten draaien.

In de laatste decennia  stellen we vast dat er vandaag de dag naast structuur en discipline steeds meer flexibiliteit wordt geëist. Werkinhoudelijk dienen we ons voortdurend aan te passen aan een wereld die steeds sneller verandert.  We dienen levenslang te leren. Tevens moeten we ons steeds sneller en sneller aanpassen aan telkens nieuwe taken. Iedereen moet alles kunnen. Tevens dient alles nog meer dan vroeger te blijven draaien. Het onderscheid tussen zondag, zaterdag en de andere dagen van de week vervaagt. Een oeroud ritme van de  week van 7 dagen komt zwaar onder druk.

 

Ook hier stopt het niet. Onze economie draait enkel als er naast een sterk arbeidsdiscipline ook een hele vrijetijdsindustrie kan gedijen. We kunnen niet produceren zonder te consumeren. Dit maakt dat onze arbeidstijd opnieuw wordt ingekort. Dit dient echter niet om te rusten, maar om ons te storten in een zee van activiteiten rond vrije tijd. Zelfs in onze vrije tijd geldt het gebod dat “ledigheid het oorkussen des duivels” is. We voelen ons schuldig als we in onze eigen tijd een moment hebben dat we niet “productief” zijn. 

 

Arbeidsethos als onafscheidelijk deel van onze ziel

Ooit is dit alles er in gedrild thuis en op school. De meeste volwassenen hebben deze discipline zodanig geïnternaliseerd dat het een eigen leven is gaan leiden in hun ziel. We beschouwen het als een inherent verlangen. Het niet voldoen aan deze discipline creëert een niet aflatend schuldgevoel. Doordat dit een tweede natuur is geworden zijn we ons niet meer bewust van dit mechanisme. We kunnen samen met Spengler stellen dat er in onze cultuur een eeuwige drang is naar oneindige individuele ontwikkeling van wieg tot graf. We reageren vol onbegrip als anderen niet voldoen aan deze discipline.

 

Dit is echter wat er vaak gebeurt wanneer we met het arbeidsethos gaan kijken van andere niet westerse culturen. Zij hebben bovenstaand proces niet,  in mindere mate of op een andere manier doorgemaakt. Zij zijn opgegroeid in een heel andere omgeving, context en structuur.

Arbeidsethos in andere culturen

We zijn vaak zo doordrongen van het arbeidsethos dat we blind zijn voor deze van andere culturen.  Vroeger als maatschappelijk werker en nu als jobcoach kom ik vaak in aanraking met het arbeidsethos van mensen uit  andere culturen.

Voor ons  min of meer evidente attitudes zoals op tijd komen, het correct opvolgen van een ziekteprocedure, het omgaan met gezag, omgaan met stress en werktempo lopen vaak anders. Ondanks het feit men uitgebreid uitleg ontvangt van de verwachtingen blijft men daar vaak hardnekkig in tekortschieten.

Zo staan we er vaak niet bij stil welk arsenaal aan taken een werknemer te wachten staat als deze ’s ochtends vaststelt dat hij of zij ziek in bed ligt. Taken zoals de werkgever verwittigen, dokter opbellen, in een koude wachtzaal  wachten, want huisbezoeken worden steeds zeldzamer, opnieuw de werkgever verwittigen en het tijdig binnenbrengen van het ziektebriefje,  dienen bliksemsnel te gebeuren. Dit terwijl je misschien rilt van de koorts. Hetzelfde kan je zeggen van de hoeveelheid acties die nodig zijn om ’s ochtends tijdig op het werk te arriveren. Dit op tijd komen wordt nog moeilijker als men er tegelijkertijd voor dient te zorgen dat ook de kinderen op tijd op school komen.

 

Het is niet zo dat de ene cultuur een lager arbeidsethos heeft en de andere cultuur een hoger. Het gaat eerder om andere vormen van arbeidsethos. Zo kan een Afrikaan vaak veel meer uren werken onder een genadeloze brandende zon. In vele landen beperkt men zich niet tot een  38-urenweek en sommigen beschouwen  om die reden de westerse mens als lui. In bijvoorbeeld Syrië is de economie vaak veel informeler. Zelfs heel hooggeschoolde mensen hebben daar nooit moeten solliciteren zoals wij dat kennen. Men vind werk via mensen die men kent en lukt dit niet dan heeft men nog keuze tussen een horde aan jobs bij de overheid. Eerlijkheidshalve moet hier wel aan worden toegevoegd dat de oorlog dit systeem grondig door elkaar heeft geschud. Ook de verhoudingen tussen werkgever en werknemer zijn vaak anders. Er kunnen op deze manier veel discussies ontstaan tussen buitenlandse werknemers die zich niet gerespecteerd voelen door hun leidinggevende.

Arbeidsethos ontstaan in een specifieke historische en culturele context

Zoals heel veel elementen uit verschillende culturen ontstaan in die specifieke  historische en materiële context kunnen we dit ook stellen voor het ontstaan van een specifiek arbeidsethos. Met andere woorden stellen we vast dat een arbeidsethos van een cultuur deze cultuur helpt standhouden. Zo helpt onze 38-urenweek om onze economie draaiende te houden en te groeien. Zonder vrije tijd zouden we namelijk minder kunnen consumeren en zou de economie stil vallen. Als we spreken over nieuwkomers die op latere leeftijd in ons land komen leven en werken  kan een bewustzijn van bovenstaande mechanismen  helpend zijn om uit te vissen hoe zij in onze culturele context het beste kunnen gedijen en zich integreren. Waar ikzelf in Oekraïne diegene was die me diende aan te passen aan het plaatselijke ritme is dat hier omgekeerd. Hier dien ik als  maatschappelijk en jobcoach mijn cliënten te gidsen doorheen het hier levende arbeidsethos.

 Er dient hier zeker te worden opgemerkt dat arbeidsethos zeker niet de enige  factor is die het functioneren in onze arbeidsmarkt beïnvloedt. Meer persoonlijke factoren zoals het individuele karakter, trauma’s, gezondheid en taalproblemen gaan met dit andere arbeidsethos een interactie aan.

Doorgeslagen arbeidsethos in het Westen

Tot slot kunnen we ons de vraag stellen in hoeverre ons arbeidsethos niet is doorgeslagen.  Ook wijzelf als westerse mens leven vaak met het gevoel onszelf voortdurend te moeten voorbijlopen en een nooit eindigende wedloop naar steeds meer. Burn-outs, depressies, stress gerelateerde ziektes zijn hiervan vaak het gevolg. We blikken terug op een arbeidsethos dat ons ooit heeft geholpen een grootste beschaving op te bouwen, maar dat ons nu dreigt te laten verzinken.