De ziel van het leven geboren uit het water  

 

Ik kijk neer op de mossen, grassen en andere planten aan de oever van de Westerschelde. Zij deinen mee op het ritme van de getijden van het water. Voor zover we weten hebben zij geen bewustzijn en delen zij geen enkele van onze verlangens, drijfveren en gevoelens.

Ooit, miljarden jaren geleden was de aarde een wereld van steen en oceanen. Ooit was het leven zoals dit leven waar ik nu op deze oever op neerkijk. Bacteriën in en uit het water, wieren in de wateren en mossen en de eerste planten aan de oevers van deze wateren. Niets of niemand om de eerste schoonheid van het leven te aanschouwen. Een wereld zonder bewustzijn zoals wij dit kennen. Een wereld  die slaapt om ooit een eerste maal te ontwaken; als een nacht die wacht op de ochtend.

Een wereld van waaruit alles zou groeien, alles zou ontstaan. Ontstaan zoals licht uit duisternis of geluid uit stilte.  Zoals een mens uit één enkele eicel, zoals een plant uit een zaad. Een ongeboren wereld geworden zoals de prachtigste muziek uit het hoofd en het hart van de componist. Een componist die ooit werd geboren uit een voor ons onbekende moeder.

De prangende vraag rijst in me op in hoeverre de ziel van ons hele leven hier op aarde met al onze hartstochten, passies, liefdes, schoonheid, leed, vertrouwen en wantrouwen niet reeds was verborgen in het eerste leven van eencelligen, wieren, mossen en planten aan deze reeds lang vergeten prehistorische oever . Was in deze primitieve reeds lang vergane en vergeten wereld niet reeds de ziel aanwezig van alles wat nu is en ooit nog zal zijn? De ziel van onze schilderijen, muziekstukken, gedichten, films en series. De ziel van onze wereldsteden met bijbehorende architectuur; een architectuur waartussen honderden mensen stromen tijdens de spitsuren van alle dag. De ziel van het liefdespel van Romeo en Julia. De ziel van het liefdespel van elke sterveling op aarde.

Nog één keer kijk ik neer op deze oever van de Westerschelde.